Het nationaalsocialisme als geestelijk gevaar
(1936)–Ph. Kohnstamm– Auteursrecht onbekend
[pagina 9]
| |
Het Nationaalsocialisme als geestelijk gevaar.§ 1. Waarom waakzaam?Het Comité van Waakzaamheid van anti-Nationaalsocialistische Intellectuelen heeft mij verzocht deze brochuren-reeks te openen met een inleidend overzicht van het probleem, voor zover dat binnen het bestek van een enkel geschrift mogelijk is. Ik heb die opdracht aanvaard, want ik acht inderdaad waakzaamheid geboden. Wie nauwe verbindingen had met het Duitsland van vóór 1933, kon opmerken hoe weinig men daar iets van een wassend gevaar besefte. Naast een heel enkelen scherpen waarnemer stonden tienduizenden, die bezinning onnodig vonden, die overtuigd waren ‘dat het zo'n vaart niet zou lopen’. In 't bijzonder in protestantskerkelijke kringen - in R.K. kring was in 't algemeen sterker grensbesef aanwezig - gaf men zich gaarne aan illusies over. De ontwaking was bitter. Het zou met den eis van waakzaamheid in strijd zijn den tegenstander geringer te schatten dan hij is. Dat doen ten onzent in de eerste plaats zij, die niets willen weten van het echte, het Duitse nationaal-socialisme, en desondanks de gelijknamige beweging in Nederland steunen. ‘In Nederland zijn die uitwassen onmogelijk, dus kan ik wel helpen bevorderen, wat mij ginds, ondanks die excessen, goed voorkomt.’ Ik weet, dat er, zelfs onder de voor- | |
[pagina 10]
| |
mannen van de N.S.B., velen te goeder trouw zo denken; het is mij zelfs onder het schrijven dezer brochure opnieuw gebleken. Hun wil ik door deze brochure toeroepen: Gij speelt een gevaarlijk spel, met de toekomst van ons volk als inzet. Men kan niet ongestraft propaganda voeren onder een in de ganse wereld geruchtmakenden naam, als men de lading afwijst, die door die vlag wordt gedekt. En men kan niet de propagandistische methoden, voortvloeiende uit een bepaalde wereldbeschouwing, volgen, zonder tevens een bres te maken in onze Nederlandse traditie en kultuur, door welke dan die wereldbeschouwing haar intrede dreigt te doen. Maar men onderschat den tegenstander ook, door te loochenen, dat er enige aanleiding is voor zijn optreden. Wanneer er in 't geheel niets goed was in het Nationaalsocialisme, dan zou er geen verleidende kracht van uitgaan, zou het niet in staat zijn hier en elders gewetens te vertroebelen. Wie anderen er voor wil waarschuwen, dient zichzelf van die waarheid te doordringen. Laten wij dan met dit deel van onze taak beginnen. M.a.w. laat ons allereerst nagaan, welke waarheden het nationaalsocialisme heeft overgenomen van sommige van zijn felste tegenstanders. Want het heeft die waarheden zeker niet het eerst gepropageerd, laat staan, dat ze eerst door het nationaalsocialisme zouden zijn ontdekt. |
|