Gekunstelde schrijftaal
Bij de organisatie van ons volksonderwijs in het begin van de 19de eeuw werd in de school de hegemonie van de schrijftaal gevestigd. Deze hegemonie is daarna wel regelmatig aangevochten, maar het succes van deze aanvallen was en is beperkt gebleven. Het taalonderwijs was in de eerste plaats een opleiding tot een
gekunstelde schrijftaal die ver afstond van de levende taal en ook geen verband hield met de taalontwikkeling van het kind. De eerder genoemde ‘sollicitatiebrief’ is daarvan nog het afschrikwekkende voorbeeld. Terwijl de nieuwe taalbeweging al van rond 1900 de leuzen heft over ‘Taal is klank’ blijft het taalonderwijs toch hoofdzakelijk gericht op spellingonderwijs. Tot ver na W.O. II blijven de Leffenstra's hun spellingpuzzels ontwerpen: Streep door wat niet juist is:
De klachten over de slechte resultaten van het taal- en spellingonderwijs blijven voortduren. Na de toetsnaalden, die de selectie voor verder onderwijs op de middelbare scholen regelden, zijn nu
schooltoetsen van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) gekomen. Maar de overheersing van het formalistisch spellingonderwijs wordt door het CITO evenzeer in de hand gewerkt als eertijds door de Toetsnaalden. Het enige voordeel is dat de resultaten nu wetenschappelijk worden vastgesteld: de opgaven waarin werkwoordsvormen voorkomen, worden gemiddeld
door 4 van de 10 leerlingen (van de 6e klas van de basisschool)
fout