| |
| |
| |
Prof. dr. P.C. Paardekooper
Saneer de spelling, verleng uw leven
De mensen van het Groene boekje - veel ouder dan het minder gebruikte Rooie boekje, zoals u weet - spelen een vervelend spel met ons. De woordelijsters komen om de twintig jaar vertellen dat ze het twintig jaar eerder eigenlijk niet goed genoeg gedaan hebben en dat onze spelling wéér gemoderniseerd moet worden. Zo is het nu al een keer of vijf gegaan, en het schijnt zo te moeten blijven. Nauwelijks ben je over de ene barbaarse moordaanslag op de taal heen gekomen, of de volgende vindt al plaats. Is het een wonder dat mensen die Mooie Taal schrijven (meestal letterkundigen genaamd) uit de grond van hun kunstenaarshart protesteren tegen zoveel onrustzaaierij? Onze tijd is er een van vervlakking, meneer; ze hebben tegenwoordig nergens meer eerbied voor. Waar zijn de steile palstaanders? De mensen die niet bang zijn om te zeggen dat je het je kinderen móeilijk moet maken omdat ze anders als volwassenen bij het eerste het beste windstootje omvallen? Die niet bang zijn om voor konservatief versleten te worden? Die de gemakzuchtige onderwijzers en de oproerkraaiende taalkundigen es goed de waarheid durven te zeggen?
Die spelling is zó'n eenvoudige zaak dat je niet eens deskundig hoeft te zijn om erover mee te kunnen praten en schrijven. Nog onlangs besprak een hooggeleerde jurist in de NRC een spellingbrosjure van een letterkundige (H. Mulisch), die normaal altijd erg links is maar abnormaal (wat de spelling betreft) heel erg rechts. Rechts: dat betekent: hou vast wat je hebt; pas op voor gevaarlijke nieuwe dingen; lever de vooroordelen van het voorgeslacht gaaf over aan het nageslacht.
| |
| |
| |
Lelijk
Je moet es zien hoe de taal wordt als die vernieuwers hun zin krijgen: een hooimijt wordt hetzelfde als een dienstmijt. En een hartrenauto kun je niet meer van een hardrenauto onderscheiden. U kunt na mij komen wordt ook onbegrijpelijk: na april of na mei? na hem of na mij? Zo wordt de taal steeds duisterder. Ook de tegenwoordige en de verleden tijd kun je binnenkort niet meer onderscheiden: we verblijden ons/we verblijdden ons. Hebben we daarvoor nou altijd zo ons best gedaan op school? Hoe kun je nou nog de domme van de slimme mensen onderscheiden?
| |
Klaar?
Bent u klaar met uw stroom van verwijten? Mag ik wat terugzeggen? Kunt u even zwijgen? Om te beginnen dan: wat is uw vak? Ambtenaar, zetter, metselaar, zakenman? Néémt u het als u aan het werk bent, en ik zet u opzij en zeg ‘U weet er niks van; ik zal wel es zeggen hoe u het doen moet. Dit is verkeerd, en dat deugt niet, en hier is iets wat heel anders moet...’ Natuurlijk niet; u wordt heel boos, u schuift mij weer opzij en u zegt dat ik helemaal geen verstand heb van uw vak. Schoenmaker, blijf bij je leest. Heb eerbied voor de deskundigheid van een ander.
Akkoord, maar wat u zoëven gedaan hebt met mij, was precies hetzelfde. U hebt gezegd dat mijn vak (taalkunde) waar de spelling onder valt, zó makkelijk is dat je er niet eens deskundig in hoeft te zijn om erover mee te kunnen praten. U hebt mij opzij geschoven en gezegd dat u het wel es even zou vertellen. U hebt de taalkundige oproerkraaiers genoemd omdat ze verstandige voorstellen deden die voor u een beetje pijnlijk waren.
Natuurlijk zijn ze pijnlijk; u mag gerust ‘au’ zeggen. Dat mag u ook als de tandarts een rotte kies bij u trekt of als de dokter u opereert. Maar waarom hebt u het bij die tandarts zo ver laten komen? En hoe denkt u zonder pijnlijke operatie te genezen? Is het niet dom om boos te worden op die mensen die u soms tot hun eigen spijt pijn móéten doen? Is het niet nòg dommer om ze ondeskundig te verwijten? Om te zeggen dat u het zelf veel beter weet als zij?
| |
| |
Precies hetzelfde geldt voor de spelling. We hebben die eeuwenlang laten verstarren tot die volkomen onbruikbaar was (in tegenstelling bv. met de Italianen die bijtijds voor sanering gezorgd hebben). En nou moeten we de gevolgen daarvan dragen.
Een eerste verzoek daarom, als u voor verstandig door wilt gaan. Zwijg over de spellingsanering in het openbaar zolang u geen taalkundige bent. Taalkunde is een vak en zelfs een heel lastig vak.
Ook de letterkundigen zijn ondeskundig inzake spelling, zoals omgekeerd een taalkundige geen verstand heeft van mooie gedichten en boeiende romans. Letterkundigen zijn artiesten die mooie taal maken of bestuderen; taalkundigen interesseren zich voor àlle taal, onverschillig of die mooi of niet mooi is. Zoals een kunstschilder mooie schilderijen maakt en geen verstand heeft van het verven van deuren en kozijnen, zo heeft een scheikundige wel verstand van verf van mooie schilderijen, maar niet van de vraag waar hem nou het mooie in zit.
| |
Waar gaat het om?
Kort gezegd is een spelling pas goed als ieder woord altijd op één manier gespeld wordt, en wel zó dat elke klank eruit altijd met één letter weergegeven wordt. Zo bestaat het woord zak uit drie klanken: z + a + k. Hoeveel klanken komen er nu bij als u er een meervoud van maakt? Niet meer als één nl. een toonloze klinker. Helaas spellen we die net als de klinker van zet. Het ergste is nog dat we bovendien twee andere domme dingen doen in zakken: de k ineens dubbel spellen, en achter de e een n zetten die er niet hoort. Dat is een overblijfsel uit vorige eeuwen toen we die wel uitspraken; de Groningers doen het in hun dialekt nog, maar dialekt is nu eenmaal geen algemeen beschaafd.
| |
Domme regels
Het allerdomst zijn misschien de regels die zeggen dat we hond met een d moeten spellen en web met een b. Op school hebben we geleerd dat je woorden van dit type eerst ‘een beetje langer’ moet
| |
| |
maken (honden) en dan de klank van het lange woord ook in het korte (hond) moet schrijven. Waarom in godsnaam? Moeten we het daak en de weeg schrijven omdat het meervoud daaken en weegen luidt?
Het is nog veel erger. Als je argeloos de ouderwetse regel toepast op dief en mees, dan moet je voortaan diev en meez gaan schrijven, en dat mag weer niet. Niemand kan zeggen waar deze dubbele domheid vandaan komt.
En waarom moet je Brabant met een t schrijven, ofschoon je bij verlenging een d hoort in Brabander? Waarom met en niet med, ofschoon je toch mede krijgt bij verlenging? Waarom iemand ofschoon je dat woord niet eens kunt verlengen? Waarom stakkerd en stumperd met een d?
| |
Sadisme
Behalve konservatief is onze spelling ook nog sadistisch. Jaar in jaar uit laten we onderwijzers en kinderen miljoenen uren verknoeien met het aanleren van al zulke zinloze voorschriften: de ene k-klank moet met een k gespeld worden (kop), de ander met een c (coöperatie); de ene s-klank met een s (sentimenteel), de tweede met een c (cent) en de derde met een t (aktie). De ene ie in open lettergreep met een i (liter), de ander met ie (gieter). De werkwoordspelling is een onnozel bedenksel dat ons de hoogste wijsheid voorgehouden wordt. De voorschriften zijn hier zó dwaas en zó moeilijk, dat zelfs de intelligentste mensen ze niet feilloos kunnen hanteren.
Maar waarom ruimen we die dwaasheden dan niet op? Waarom veraangenamen we het leven van de onderwijzers en de leraren niet? En als we - om welke reden dan ook - een hekel aan die mensen hebben, waarom laten we onze kinderen dan daaronder lijden?
De spelling is enkel een afbeelding van taal. Taal is klank. Spellingonderwijs is dus geen taalonderwijs; ze geven het ten onrechte onder die titel; het zou eigenlijk niet mogen.
Als we niet langer sadistisch zijn tegenover onze eigen kinderen, en
| |
| |
onze spelling grondig saneren, dan komt er zeker zoveel tijd vrij voor taalonderwijs.
| |
Wees sociaal
Spelling die we kunnen hanteren zonder taalkundige waanwijsheid is sociaal een heel groot ding. Maar als de helft, misschien zelfs meer als driekwart van alle nederlandstaligen kunnen de tegenwoordige voorschriften op geen stukken na foutloos hanteren, omdat die regels niet aan de feiten aangepast zijn. Wie onder die omstandigheden een brief moet schrijven voelt zich onzeker, voelt zich minder minderwaardig, omdat zo'n brief dat onvermogen verraadt. Voor hun is het kinderverdriet van vroeger (‘Je hebt alweer een onvoldoende voor je diktee!’) nog altijd blijven bestaan; het zal nooit verdwijnen, tenzij de nieuwe, sociale voorschriften officieel worden. Waarom zorgen we daar dan niet voor? Waarom aarzelt de regering?
| |
Wendier
Ieder mens is een wendier: hij zweert bij dingen waaraan ie gewend is en protesteert tegen nieuwigheden. Het gevloek en gegil in ingezonden stukken is een onmisbaar begeleidend verschijnsel bij iedere spellingsanering. Maar na de doorvoering daarvan is dat protest ook altijd vlug opgehouden. Je went binnen een paar weken aan de verbetering.
De proef op de som? Wie wil er nog terug naar die oude spellingen loopen, veele, visch, den naam, Catholijk enz. enz.?
| |
Besparing
Iedere letter die we besparen is winst. Onze wereld bestaat voor een groot deel uit letters. Dat betekent: door spellingsanering besparen we tijd bij het schrijven, bij het lezen. We besparen geld bij het zetten en drukken; onze kranten en boeken kunnen goedkoper worden.
| |
| |
Tegenover die blijvende, dagelijkse besparingen in tijd, geld en moeite, staan eenmalige uitgaves voor het herdrukken van schoolboeken, maar die verzinken daarbij in het niet.
Saneer dus uw spelling; verleng uw leven.
Eindhovens Dagblad, 28-01-'72
|
|