Verwacht u niet dat veel mensen die de tegenwoordige spelling beheersen een heleboel moeite zullen moeten doen om de nieuwe te leren?
‘Dat zal erg meevallen, juist voor de mensen die het huidige systeem kennen. In feite verandert er, ook bij een radicale hervorming, veel minder dan er dikwijls gesuggereerd wordt. In discussies hierover worden te vaak gekke zinnetjes gebruikt, die in werkelijkheid nooit voorkomen, en waarin zoveel mogelijk nieuwe woordbeelden zijn gepropt. Bovendien wordt er meestal de meeste drukte gemaakt over enkele onnozele woorden. Bij de voorstellen Pée-Wesselings was dat het woord odeklonje, en wanneer gebruiken we dat eigenlijk, behalve in dictees op school. Bij de spellingswijziging van '54 maakte iedereen zich druk over het woord ritme, nu weet bijna niemand meer precies dat je het vroeger als rhythme schreef.’ Met deze voorbeelden zijn we bijna ongemerkt terechtgekomen bij de bastaardwoorden. Ook tegen de aanpassing van de spelling daarvan is nogal eens verzet, en dikwijls wordt daarbij het argument gebruikt dat het nuttig zou zijn de oorspronkelijke vreemde, en dus moeilijke, spelling aan te houden, omdat de kinderen op die manier al enigszins ‘ruiken’ aan het Frans of Engels. Het Nederlandse spellingonderwijs wordt zodoende dienstbaar gemaakt aan het onderwijs in de vreemde talen. Wat vindt u daarvan?
‘Ik vind dat onzin. Het onderwijs in de moedertaal hoeft niet dienstbaar te zijn aan het vreemde-talenonderwijs, of althans niet meer dan het dienstbaar is aan ieder ander vak, aan geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde en ga zo maar door.’
Een detailvraag nog over uw Nota aan de minister. U stelt daarin voor de regel van gelijkvormigheid te verlaten voor het foneem /t/, maar niet voor het foneem /p/. Daardoor zou in één enkel geval, dus bij woorden als schub/schubben, een spelregel gehandhaafd blijven die in alle andere gevallen afgeschaft is, of nooit bestaan heeft, zoals bij de fonemen /s/ en /f/, is dat niet inconsequent?
‘Natuurlijk. We hebben er dan ook alleen van afgezien om redenen van haalbaarheid. Deskundigen verzekerden ons dat het hier een betrekkelijk gering aantal woorden betreft, de ellende is bij T en D veel groter.’