Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 228] [p. 228] Ter gedachtenisse van mejuffrou Joanna Koerten, uitmuntende sny-konstenaresse; overledene huisvrou van den heere Adriaan Blok. Gy zyt door ’t sterflot uit onze oogen wel verdweenen, ô Konst-licht, ’t geen noch korts de Waereld heeft bescheenen! Waar door men zeggen moet: Gy zyt ‘er eens geweest. Maar ieder wonderstuk van uw’ verheeven geest, Die, zonder verf, Natuur op ’t heerlykste af kon maalen, (Waar door de Schilderkonst het hoofd moet onderhaalen) Blyft in elks hert geprent: Doch dit is minder waard Dan uw Godvruchtigheid, uw waarheidlievende aart, Uw zelfverloochening die eigenbaat kon smooren, Uw vrolyke inborst, uit een vroom gemoed gebooren, ô Koerten! door gevaar, noch bezigheid gestuit, Dit alles dringt vol geurs ten duis’tren grafzerke uit. Hier hebt gy ons een baak, een voorbeeld van gegeven. Dus week de Snykonst voor de konst van wel te leeven. Waar door de ziel vol hoops en blyschaps ging op reis. Nu treed ge op ’t ster-tapyt van ’t eeuwig Konst-paleis, Daar zo veele Engelen den grooten Schepper looven. Zo gaat de schoone deugd de schoonste konst te boven. Claas Bruin. Vorige Volgende