Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Joanna Koerte. O ja, tre koen an. Een wonder proefstuk heeft Natuur In Koerten heerelyk voltoogen, Door gaven vol van hemelsch vuur, Die zy had uit haar borst gezoogen. Die Vrou zag Pallas renperk aan, En aan het einde een’ eerprys hangen. Toen sprak de Schaarkunst: kom ter baan, Gy zult licht deze kroon ontfangen. O ja, tre koen an nacht en dag, Zoo wint ge velt, door lyf en zinnen: ’t Gestadig draven veel vermag Om dezen schat en prys te winnen. Zy volgde straks door sneedigheit, Om zulk een Lukgodin t’ontmoeten. Thans wort dat kunstjuweel geleit Door d’eedle Schaarkunst aan haar voeten, Vermits haar schaar elk overheert; Dies zy met glori triomfeert. Noit kon een aar zoo met de schaar snyden als Joanna Koerten. De brave Koerten blinkt in dit uitwendig beelt, Maar inniger haar geest, waar door zy kunsten teelt, En alle beeltvertoog voor dat der schaar moet zwichten, Een aâr kon noit, wat zy te voorschyn bracht, verrichten. J. van Petersom. Vorige Volgende