Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] Op de papiere snykunst van Joanna Koerten, huisvrou van Adriaan Blok. O wonder schaartje! wie kan naa waardy bedenken, Waar meê Natuur haar macht aan u volstrekt komt schenken; Die naauw drie vingers van een tedre vrouwehant In ’t werk stelt, of gy wert geroemt door ’t gansche lant, Wanneer ge een draadtje kniptte, of sneedt een linnenlaken, ’t Was eers genoeg, al stondt ge noit naar hooger zaken. Maar wie verwondert en verbaast zich tevens niet, Die in Joanna, uw Meestres, die gaven ziet! Hier zyn en scheepen, lant, en prachtige gebouwen, Met kunst gesneeden, in een bladt papier t’aanschouwen; Nochtans in tekening en welstandt zoo volstrekt, Dat yder kunststuk elks verwondring naar zich trekt. Zie ik de Witten, blank als sneeu, op ’t spoor der reden Van ’t graau mishandelt, en op ’t bitterste vertreeden, Dan schynt me ’s Gravenhage een moortkuil voor ’t gezicht, Dat gruwelstukken zoo baldadig heeft verricht; Hier staan ze in wit papier, geschaaduwt naer het leven, Tot eeuwige achting by den Batavier verheven; En die de schaarkunst in haar krachtige uitdruk kent, Aanschouwt de Broedren, als voorheenen, ongeschent. [pagina 149] [p. 149] Wilt ge uw gedachten met een beter voorwerp voeden! Zie KoningWilhem u die schade weêr vergoeden! Die groot Britanje en ’t volk van ’t vrye Nederlant Herstelt in luister en aanzienelyken standt. Indien u Leopold met Adelaars standaarden En krygstuig voorkomt, vreest geen schitterende zwaarden: De majesteit verwekke eerbiedig uw ontzag, Als gy zyn glory ziet bescheenen van den dag. Zie ik Galeen, vereert met tienwerf zeven jaren, Hy stelt zich vaardig om Godts goedheit t’openbaaren: Of zie ik hooger op, daar komt my Bekker voor, Als of hy ernstig pleitte om aandacht en gehoor. Wie kan gewerkte kant en franje dicht borduuren, Als dit klein schaartje door de hant die ’t moet bestuuren? Ik zie, maar ’t zyn zoo veel gedaantens voor ’t gezicht, Dat ik ze onmooglyk kan verbeelden in gedicht, Zoo veele wonderen te schetsen uit papieren Door snykunst, opgetooit met puik van letterzwieren, Waar zelf een proefstuk van de mannen ryk van stof; Maar dit verricht vrou Blok, bekranst met deugt en lof. Antoni Jansen. Vorige Volgende