Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Op de papiere schaarkunst van juffrou Joanna Koerten. O heerlyk schaarwerk, daar de weereltstadt mêe praalt! Dat door een vrou, een vrou, met leevendige zwieren, Elk even keuriglyk, gevoert heeft in papieren, Al wat in schildery kan worden afgemaalt. Zie hier Vorst Frederik (wiens glans en luister straalt Van Pruissens gulden troon tot in des aardryks landen) Veel kunstiger verbeelt door Koertens nyvre handen, Dan immer door het staal, penseel, of etzers naaldt. Zie hier Prins Kosmus; ‘k word verrukt door zoo veel beelden. O! wonderstukken, die het oog en zinnen streelden Van Vorsten, op ’t gezicht van deeze kunst belust. Wy laaten d’outheit op haar weerelts wondren roemen. Maar in haar schriften hoort men noit de schaarkunst noemen, O neen! van d’Oosterkim tot aan de Westerkust. Noch. De kunst daar d’Amstelkruin zoo heerlyk meê mag praalen In Koertens snywerk, door geen dichtpen af te maalen, En onnavolgelyk voor schilders trek of hant, Zal ’t wonderdoel steedts zyn van kunstenaars verstant. François Halma. Vorige Volgende