Het stamboek op de papiere snykunst van Mejuffrouw Joanna Koerten, huisvrouw van den heere Adriaan Blok: bestaande in Latynsche en Nederduitsche gedichten der voornaamste dichters(1735)–Joanna Koerten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Op de papiere snykunst van juffrou Joanna Koerten huisvrou van den heere Adriaan Blok. Wat toont Joannaas kunstschaar hier Een schat van wondren in ’t papier, ’t Geen fyn geknipt, verbeelt naar ’t leven Al dat Apels penseel kan geven, Of ’t geen een Phidias boetzeert, In marmer of metaal graveert. Hier ziet men dieren, hoven, boomen, En scheepen zeilende op de stroomen; Doch zoo verbaazende voor ’t oog, Dat licht een Zeuxis zich bedroog, [pagina 96] [p. 96] Die naauwlyx onderscheit zou merken Van ’t geen natuur en kunst kan werken. Hier hangt Vorst Leopold ten toon Met Duitslants Keizerlyke kroon, De schrik van Mechaas halve maanen; Die met een wolk van legervaanen Omringt, ’t Janitzerdom ontlyft, Of uit het open velt verdryft, Om ’s vaders erven dus te vryën Van Agars trotse heerschappyen. Vorst Wilhem, Englants steun en hoop, De groote Mavors van Euroop, Hangt in dit kunstvertrek te pronken, Doch niet bestuuwt met oorlogsvonken, Gelyk hy in het velt vol vier Den vyandt daagt, maar in ’t papier, Vereeuwigt door die eedle vingren, Daar een Lysip op zou verslingren. Hier vindt men Hollants wysten Raadt, Het steunsel van den vryen Staat, Heer Jan de Witt, die, ’t lant ten nutte, De zuilen van de vryheit stutte, Met zyn heer Broeder in ’t verschiet: De snyschaar deert die Helden niet; De Haagsche vleesbank korf hun leden, Hier zyn ze weêr aan een gesneeden. Ik zwyg van Bekker en Galeen. Wy wachten van deez’ hant in ’t kleen [pagina 97] [p. 97] De twaalef Roomsche schepterdragers, Zoo burgervaderen als plaagers. Wy wachten noch een kunsttafreel, Met recht der oogen lustprieel, Gesneên papiere schilderyen, Daar hooge Vorsten staag om vryën. Kunstryke meesters, die voorheen In Rome, Memphis en Atheen, Of ’t out Palmire op uwe werken, Uw naaldespitzen, beelden, kerken, Braveeren in het oog der nydt: Wanneer Joannaknipt en snydt, Toont zich de kunst in hooger luister, En al uw roem verzinkt in ’t duister. Georgius van Zonhoven, Leeraar der Remonstranten te Leiden. Vorige Volgende