De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Uitzicht De dag, - de vage winterwei, De starre dorre-boomenrij, De wal: een rotswand zwaar en grauw, Een stapelende dakenbouw: De stad. In 't doode bloode licht Het stage stille droomgezicht. Zoo vreugdverstorven, levensdood, Met daken blauw, met daken rood, Met stiller dak naast stiller dak. Langs stiller gevels, grijs en vlak, Een stervenszucht van zonnegoud. De stad, - in oude droomen oud. De wei, het dorre twijgenrag, De stad, de bleeke winterdag. Maar uit den drang der stilte op Rijst torentop naast torentop. De stad. Een witte duivenvlucht Zwerft lichtend door de winterlucht. Vorige Volgende