De wegen(1916)–Marie Koenen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Lenteliedje Verblijen zij! de lente leeft, Wijd is het licht ontloken. De lentehof veel stemmen heeft, De vogels weten sproken. De rozelaar weer loovers weeft Van rozebloed en zijde, Van zijde en zon en 't roode Bloed Van Onzes Heeren lijden. Dat Hij de wortels drinken doet Uit 't diepe hart der aarde, Dat Hij het hout doorvloeien doet. De rozelaar vergaarde Het roode Bloed, den Levensgloed In rozeknoppen roode, En roode loovers. Ranken schoon Ontbloeien zullen, bloode... Dan komt weer uit de dorenkroon Het rozebloed gevloden, - De rozenbloei, de levensbloei. [pagina 21] [p. 21] Een geur van rozeroken, Een geur van zomerdroomen woei. De vogels weven sproken. - Verblijen zij! het leven leeft, Wijd is het licht ontloken. Mijn merel weer haar stemme heeft, Mijn merel op den rozetak De sprake van mijn harte sprak! Vorige Volgende