Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. Deel 3
(1973)–G.P.M. Knuvelder– Auteursrechtelijk beschermdP.A.S. van Limburg Brouwer (1829-1873)P.A.S. van Limburg Brouwer blijft, in de literatuurgeschiedenis, de schrijver van de ‘oosterse’ roman Akbar. Uitzonderlijk groot is de betekenis van Akbar, als kunstwerk, niet; het werk behoudt zijn waarde vooral als tijdsdocument, als getuigenis van de geest waaruit het in 1872 ontsprong. Een alweer ándere geest dan tot uitdrukking kwam in de geschriften van Van Limburg Brouwers vader, de Groningse hoogleraar in de klassieke letteren Petrus van Limburg Brouwer, de auteur van de hiervóor behandelde Charicles en Euphorion (1831) en Diophanes (1838)Ga naar voetnoot1. Petrus Abraham Samuel van Limburg Brouwer wees, na zijn studie letteren en rechten, een professoraat in de rechten in Groningen af om als wetenschappelijk ambtenaar aan het rijksarchief tot zijn betrekkelijk vroege dood in Den Haag te blijven wonen. Van 1864 tot 1867 was hij lid van de Tweede Kamer. Hij werkte mee aan De Dageraad, was redacteur van De Gids en, later, van De Nederlandsche Spectator; in het tijdschrift Nederland schreef hij een jaar lang (1869) een aantal letterkundige kritieken die van belang zijn voor de kennis van zijn letterkundige denkbeeldenGa naar voetnoot2. Drieënveertig jaar oud stierf hij, in 1873. Hij had Akbar dus zien verschijnen, ongetwijfeld het boek van zijn voorkeur, daar het in plastische vorm zijn ideeën zichtbaar maakte. Van Limburg Brouwers ideeën staan typisch midden in de tijd waarin hij leefde, de jaren van de ‘beproeving’ der liberale partijGa naar voetnoot3. Hij verwierp het veldwinnend materialisme, dat hij zag als een der consequenties van Piersons leer, die naar zijn mening al te zeer steunde op de empirie; hij verwierp de atomistische wereldbeschouwing, ‘die ook het individu los van elk geestelijk verband plaatste’Ga naar voetnoot4; hij geloofde niet in de leer van de automatische vooruitgang, allerminst in die van de volmaaktheid. Het christendom, waarmee hij aanvankelijk verbonden was geweest, had hij losgelaten om het uitdrukkelijk te gaan bestrijden als een hinderpaal op de weg naar de vooruitgang, die immers alleen maar bewandeld kon worden als men - elk openbaringsgeloof als bijgeloof ter | |
[pagina 508]
| |
zijde gesteld hebbende - de menselijke rede haar taak ten aanzien van individu en gemeenschap volbrengen liet. Negatief ten aanzien van het christendom, verwerpend wat men als bedenkelijke verschijnselen in het liberalisme van die dagen zag, ontmoette ook Van Limburg Brouwer op zijn weg Spinoza, op wie o.a. Van Vloten al zo nadrukkelijk de aandacht had gevestigd. Van Limburg Brouwers spinozisme is de concretisering van zijn wijsgerig idealisme: ‘in het leven van den geest aanschouwt (hij) het eenig ware, wezenlijke en eeuwige leven’; vandaar dat elke wijsbegeerte ‘die elders dan in den mensch zelve de bron van alle zedelijke werkzaamheid zoekt’, in zijn oog verderfelijk isGa naar voetnoot5. Brouwer stamt, in dit opzicht, uit de school van de Duitse idealistische wijsgeren, Kant en Fichte vooral, die ook Kinker hadden geïnspireerdGa naar voetnoot6, tot hij tenslotte in Spinoza ‘onze grootste, wellicht eenige ware wijsgeer’ erkendeGa naar voetnoot7. In zijn spinozisme vond hij het grondbeginsel dat de mensheid de waarachtige vooruitgang kon waarborgen: de zedelijke vrijheid, waardoor mens en mensheid hun doel in vrije en harmonische zelfontplooiing konden bereiken. Was dit grondbeginsel volgens Brouwer in het christendom weggedrongen, in de Indische wijsheid was het opmerkelijk zuiver tot uitdrukking gebracht, zó zuiver dat ‘hij sommige van hun belangrijkste inzichten met behulp van Spinozistische begrippen verduidelijken kon’Ga naar voetnoot8. Een poging hiertoe is de roman Akbar, die dan ook als een ‘idee-roman’ is gekenschetstGa naar voetnoot9, een roman, die allereerst bedoelt een bepaalde overwegend abstract-wijsgerige grondgedachte tot uitdrukking te brengen en geheel op het tot-uitdrukking-brengen hiervan gebouwd is. Akbar en enkele van zijn medestanders zijn de dragers en verkondigers van Van Limburg Brouwers wijsgerige, theologische en maatschappelijke denkbeelden, die typisch negentiende-eeuws liberaal, optimistisch-idealistisch, humanitair spinozistisch zijnGa naar voetnoot10. Een groep Indische figuren brengt deze denkbeelden en de al dan niet daaraan beantwoordende levenshouding tot uitdrukking. In de uitbeelding van de gestalten handhaven sommige figuren hun statisch karakter de hele roman onverzwakt; andere figuren worden door een meer vrije psychologie gekenmerktGa naar voetnoot11. Het werk is geschreven in een rustige, gelijkmatige stijl, waaraan een zekere aangename leesbaarheid niet ontzegd kan worden. Het houdt zijn belang als letterkundig document uit een crisistijd van het mense- | |
[pagina 509]
| |
lijke denken, waarin het spinozisme als redder in de nood naar boven kwamGa naar voetnoot12. |
|