schuilplaats kruipen.
Weer klop ik op zijn deur - het beest houdt nu de kop luisterend naar voren gestrekt -, iets harder dan daarnet en ik glip door het sleutelgat naar binnen.
Hij zit aan zijn kleine schrijftafel, de handen in de nek. Schrijven doet hij niet, nee, ik heb hem nooit zien schrijven. De vreselijk grote handen en de vreselijk lange vingers liggen gekromd om zijn nek, alsof hij zichzelf wurgt. Machtig torent zijn gestalte boven de minuscule schrijftafel uit. Nee, ik heb hem nooit bezig gezien, ik heb hem nimmer zien lezen. Ja, meneer de rechter, wel had hij altijd een boekje bij zich, dat hij voor zich op cafétafels legde, of lopende onder zijn arm hield. Het beest maakt geen geluid, beweegt zich niet.
De gordijnen waaien zachtjes naar binnen. De schildpad zit onder zijn stoel. De schildpad zit onder het gevaar van zijn schuivende stoel. Verder schijnt alles volmaakte rust en harmonie.
Hallo, hoor ik zachtjes naast me klinken. Te laat besef ik dat het mijn eigen stem is die deze rust verstoort. Mag mijn stem wel heel zachtjes door deze beestachtige kamer klinken, deze stofvrije, keurige kamer? Zelfs de schildpad heeft de kop niet bewogen, zo hard heb ik dus niet gesproken. Ik sta weer buiten en weer klop ik op zijn deur. Achter mij hoor ik de door mij bestelde karos al aankomen. De wielen, getrokken door vier span paarden, klepperen onbeschaamd over de stenen. Ik hoor de paarden snuiven, ruik hun zweet.
Ik klop nu zo hard ik kan. Komt hij nu nog? Altijd dat wachten. Ik ben het toch die roept? Zal hij eindelijk eens luisteren? Maar veel is het niet wat ik nog te zeggen heb of te geven; er liggen alleen nog wat dode slierten zeewier vlak onder mijn borst. Zo'n voorstelling heb ik er van. Mijn wangen zijn heet van inspanning.
- Wat is er? vraagt hij, lang en stevig in de deuropening.
Zijn wenkbrauwen vormen een geweldig bos boven zijn neus. Ik vergis me in zijn proporties, denk ik. Ik vergis me, nee, zo groot was je toch niet? Maar ik kan mijn ogen niet van hem afhouden.
- Wat is er? vraagt hij weer. Je ziet er goed uit. Je bent vro-