heen.
Ik geloof dat Baljeu alleen aan mij die onverkwikkelijke verhalen over de oorlog vertelt. En wij maar steeds meer uit ons evenwicht raken, daar op die keldertrap, zo ook de laatste keer. We gingen naar beneden om drank te halen om ons daar boven mee vol te gieten, maar we kwamen weer niet verder dan zijn mufruikende keldertje. En ik maar afwachten tot de gemeenplaatsen ophielden en hij weer begon over de oorlogsjaren. Het interesseert me wel wat er eigenlijk in Europa gebeurde. Ik weet er zo weinig van.
En plotseling begon ik over Kim. We praten weinig over anderen. Baljeu kletst niet, maar over Kim wou hij wel horen. Niet over zaniken, zei hij, ze redt het wel. Ze heeft iets, wat jij niet weet en waarover ik niet wil praten, maar dat iets trekt haar er wel uit. Snap je, ik weet niet altijd wanneer Baljeu iets begrepen heeft. Per slot zegt hij nooit iets anders dan vrij vulgaire waarheden.
Maar toen ik genoeg mijn onrust liet blijken - we hadden nog niet zo bar veel gedronken - stelde hij me voor haar gewoon op te zoeken en eventueel die vervloekte Bo mores te leren. Geen toestand, mompelde hij, terwijl we onze jassen aantrokken, absoluut geen toestand. Hij scheen er meer van te weten dan ik.
Enfin, we sjokken naar buiten richting het plein. We zouden even een borrel pakken om wat moed te verzamelen voor het huisbezoek. We voelden ons een paar ouderlingen, kun je je dat voorstellen?
Bij het plein was een kleine oploop. Baljeu en ik ons er doorheen dringen en daar voor Reynders zat Kim op haar knieën voor Bo. Ik wist niet wat ik zag, mijn hart stond stil, zoals dat heet. Ik fluisterde in Baljeu's oor: Nou, doe dan wat, doe dan wat. Maar hij deed niets. Ik doe nog niets, zei hij, straks zullen we even de handjes uit de mouwen steken. Wel moedig van de manke Baljeu. Maar ik kon het niet langer aanzien. Zeg het, schreeuwde Bo, zeg het ten overstaan van iedereen, maar Kim zei niets. Nou wat is God?, weer Bo. En toen heb ik Bo een reuze mep verkocht. Zijn donkere bril kletterde over de straatstenen. Hij schudde zijn kop, alsof hij onder de douche vandaan kwam. Ik weet werkelijk niet meer