regenachtige najaarsavond. Plotseling uit het verlichte vergaderlokaal, waar een petroleumlamp haar vertrouwelijk schijnsel verspreidde, overgeplaatst in volslagen duisternis, stonden wij als hulpeloze stumperds, gepakt en gezakt te kijken in de richting van de plek, waar de pastorie moest liggen, door enig lichtgetwinkel allicht bespeurbaar. Dat was inderdaad ook het geval. Maar hoe er te komen? Voorzichtig tastend, stevenden wij op het licht af. Wegens het gure weer kozen wij zoveel mogelijk de rechte lijn. De tocht viel aanvankelijk buiten verwachting mee. Ook hier echter wogen de laatste loodjes het zwaarst. Wij haakten in prikkeldraad van een bouwland, terzijde van een smal pad. Na bevrijding uit de doornige strik, opende zich, als beloning voor onze kloekheid, de pastoriedeur in stralende glans en werden wij hartelijk verwelkomd door de parochieherder, bij wie wij nog een gezellig uurtje doorbrachten, totdat wij per vehikel naar huis gebracht werden. Noyen's opgewekte natuur en gemoedelijk causeren verzekerden geslaagde vergaderingen voor de Missie-propaganda.
Te Helmond in 1870 geboren, vertoefde Pater Noyen bijna dertig jaren in China, verbleef dan een poos in het Missiehuis te Uden en vertrok daarna naar de Kleine Soenda-eilanden, waarvan hij in 1913 tot Apostolisch Prefect verheven werd. Aangetast door een tropische ziekte, keerde hij naar Nederland terug, hopende op herstel van zijn gezondheid. Hij overleed echter op 24 Februari 1924 in het Missiehuis te Steyl, pas vier en vijftig jaren oud, dezelfde dag waarop hij gehoopt had de bisschopswijding te zullen ontvangen.
Bij mijn terugkeer uit Rome ijverde ik te Helmond voor een bescheiden gedenkteken, aan zijn nagedachtenis gewijd. Dit kwam tot stand door een comité, waarin zitting namen Deken M.P.P. Rath en de Helmondse burgemeester Marinus Van Hout. Ontworpen door de Antwerpse beeldhouwer Eduard Deckers, werd een bronzen reliefbeeld in blauwe steen op 10 October