Goovaerts bouwde zich nu een atelier te Sint Pieter hij Maastricht. In opdracht schilderde hij een tiental burgemeesters, waaronder W.H. Pijls (1873-1900), voor het gemeentehuis en bekende stadgenoten. Behalve Mr. G.D.L. Franquinet o.a. Mgr. Dr. Josephus Ernestus Hubertus Menten, in 1920 overleden op zes en tachtigjarige leeftijd, die als pastoor der St. Mathiasparochie en deken van Maastricht ook volksverhalen schreef, zoals ‘De Plasmolen in het Lissedal’ (1899, 1916) en het drama ‘Aan God en Koning trouw’. Ook Dr. L.P.H. Schols (1848-1902), geneesheer en archeoloog, die de stadsbibliotheek verrijkte met vele zijner merkwaardige boeken, Rector J.L. Blonden, die als gemeente-archivaris van 1926 tot 1935 de verdienstelijke oudheidkundige Dr. W. Goossens opvolgde, deelt in zijn boek over ‘De straatnamen van Maastricht vanaf 1859’ (Maastricht 1933) mede, dat Goovaerts als zijn meesterwerk beschouwde het portret van de Hamburgse toneelspeelster Adèle Doré.
Goovaerts' moeizaam leven werd afgesneden op het toppunt van zijn roem. Hij overleed onvoorziens aan een hartkwaal midden in zijn werk op zijn atelier 23 Augustus 1912. De Henri Goovaertsweg is naar hem genoemd en te zijner nagedachtenis werd in een huis op de Papenweg te Sint Pieter een gedenksteen geplaatst.
In een bekend café op Sint Pieter kwamen in die tijd sommige artisten samen. Zij genoten er 's zomers van de prachtige natuur en 's winters menigmaal van een gezellig soupeetje.
Goovaerts werd op de internationale tentoonstelling van Beeldende Kunsten, in 1906 te Maastricht georganiseerd door de Societeit Momus, bekroond met de ere-medailje, uitgeloofd door Z.K.H. Prins Hendrik der Nederlanden.
Aan deze tentoonstelling zijn voor mij enige aangename herinneringen verbonden. Goovaerts tekende een steengravure voor mijn Rembrandtlied, bij die ge-