| |
| |
| |
4.5 Annotaties De studenten en hun bijloop
| |
| |
4.5.1 Klikspaan tot den lezer
1-2 |
In Februarij van het jaar 1842...op den omslag van eene der Afleveringen zijns werks: bedoeld is het omslag van aflevering v, ‘Minerva’ (gedateerd: 8 februari 1842). Daar was nog sprake van ‘De Wafelbakster’ in plaats van ‘De Wafelmeid’. |
|
12-13 |
Niet meer dan twee nommers, benevens de Inleiding, zagen...het licht: van de in r. 5-11 genoemde titels werden alleen ‘De praetor’ (gedateerd: 10 december 1842) en ‘De wafelmeid’ (ongedateerd) gerealiseerd. De voorgenomen inleiding, getiteld ‘De student’, werd een zelfstandige aflevering (gedateerd: 1 maart 1843). Verder bevat Bijloop nog de niet aangekondigde aflevering ‘Wuftheid’ (gedateerd: 19 november 1842). ‘Klikspaan tot den lezer’ verscheen toen alle afleveringen van Bijloop waren gepubliceerd, in de ‘Allerlaatste aflevering’ (gedateerd: 15 april 1844). Deze aflevering bevatte verder nog de titelpagina, de inhoudsopgave, ‘Ophelderingen i’, ‘Errata’ en ‘Ophelderingen [ii] en iii’. |
|
zonder orde: zonder bepaalde volgorde. |
|
zamengevat: tot een geheel verenigd. |
|
15 |
de vijf eerste Afleveringen: in deze afleveringen zouden de vijf toenmalige faculteiten aan bod zijn gekomen. ‘De Philosooph’ verwijst naar de faculteit der wis- en natuurkunde, die ook wel de filosofische (natuurwetenschappelijke) faculteit werd genoemd. |
|
Afleveringen: lees: Afleveringen moesten. |
|
18 |
daarstellen: vormen. |
|
21-22 |
het boek bleek voor uitbreiding te zullen worden vatbaar gemaakt: verwijzing naar een passage op het omslag van de eerste aflevering van Typen (gedateerd: 10 december 1839). Klikspaan schreef daar: ‘[...] het geheel is voor uitbreiding, ook voor vreemde ondersteuning, vatbaar.’ |
|
24-25 |
een stuk dat - Mr. P. Simons neme het niet euvel! - ten titel voeren zou: Jan de Witt en zijn tijd: verwijzing naar de driedelige studie Johan de Witt en zijn tijd (1836-1842) van Pieter Simons (jaartallen onbekend), geschiedschrijver en advocaat. (Frederiks en Van den Branden, Biographisch woordenboek, p. 721) |
|
26-27 |
den...kastelein van het Huis ten Deyl: Joseph de Wit (1801-1860), vanaf 1835 kastelein van Huis ten Deyl, een café-restaurant bij Wassenaar, waar veel (promotie-)partijen werden gehouden. (ga Den Haag: br en bs; 's-Gravenhaagsche Stads-Almanak voor het jaar 1835, p. 72*) |
|
46-47 |
de gedenkstukken dier tijden strekken er ten bewijze van: zie Ophelderingen, 2-134 en de daarbij behorende annotaties. |
| |
| |
51 |
rem cum parentibus communicare: de zaak met de ouders bespreken. Zinsnede uit de Statuten van de universiteit van Luik, waarin hoogleraren wordt opgedragen de presentie van hun studenten te controleren teneinde de ouders van de afwezige studenten tijdig te kunnen inlichten. De Latijnse versie van de Statuten is niet gevonden. De Franse versie, ‘Statuts de l'Université de Liège du 10 décembre 1826’ is gepubliceerd in het Liber Memorialis van Le Roy, p. 64-65; het door Klikspaan in het Latijn weergegeven fragment is afkomstig uit art. 10 en staat op p. 65. (Ophelderingen, 136) |
|
52 |
de stoepen: spotnaam voor de stadssoldaten die destijds als ordebewaarders in Leiden dienst deden. |
|
53 |
ploert: hier: hospes. |
|
54-55 |
werd de sjees [...] ingespannen: moest een student de universiteit (met een sjees) verlaten zonder de studie voltooid te hebben. |
|
56-57 |
de nageslachten dier Leidenaars: zie Ophelderingen, 138-143/145-147 en de daarbij behorende annotaties. |
|
58 |
aanwezen: bestaan. |
|
76-77 |
gulhartig als Piet uit Liefde: verwijzing naar de vrijmoedige ik-verteller van ‘Liefde’, een luchtige verhandeling over verliefde studenten, in de Studenten-Almanak voor 1842, p. 164-188. (Ophelderingen, 149) |
|
81-84 |
Of ziet gij liever de Hospita van den Redacteur van den Studenten-Almanak...afkeurde wat afkeuring verdiende: mogelijk een toespeling; niet thuisgebracht. |
|
84-85 |
terwijl Prins Alexander te Leiden studeerde: prins Willem Alexander Frederik Constantijn Nicolaas Michiel (1818-1848) werd op 3 december 1835 door rector magnificus Henricus Cock ingeschreven als student te Leiden, zonder vermelding van studierichting. |
|
89 |
alevel: ook. |
|
91 |
naar den Prins op het Rapenburg: hoewel prins Alexander tijdens zijn studietijd in Den Haag bleef wonen, werden er voor hem en zijn oudere broer Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk (1817-1890) toch kamers gehuurd in het in ca. 1915 afgebroken pand Rapenburg 70. (Ekkart, ‘Het examen van de erfprins in 1837’, p. 7) |
| |
| |
94 |
daar: terwijl. |
|
95-96 |
catechiseermeester: godsdienstonderwijzer. |
|
97 |
degeert: [zijn] tijd slijt (latinisme: van ‘degere’: tijd doorbrengen of slijten). |
|
102 |
kunstenarijen: kunstjes, trucs. |
|
106 |
weekbriefje: briefje met daarop de werkzaamheden die men in de afgelopen week heeft verricht. |
|
109 |
ingezetenen: hier: [hun] bewoners. |
|
115 |
cubicula [...] locanda: kamers [...] te huur; zo werden studentenkamers te huur aangekondigd. |
|
117 |
besnoeid [...] als eene munt: ‘muntstukken besnoeien’ betekent ze kleiner (en dus minder waard) maken door er de gouden of zilveren randjes af te snijden. |
|
125 |
op: wakker. |
|
126-127 |
Plaats Royaal: hotel, gelegen op de hoek van het Noordeinde en het Kort Rapenburg. |
|
129 |
bekend: lees: was bekend. |
|
159 |
den haarpoedertijd: de achttiende eeuw, toen namelijk pruiken en ook wel het eigen haar met wit poeder werden bestrooid. |
|
164 |
rond te springen: met zijn geld rond te komen. |
|
165 |
drillen: ringeloren. |
|
167 |
la paix à tout prix: vrede tot elke prijs. |
|
169 |
canard pointu: zie Ophelderingen, 151-153 en de daarbij behorende annotatie. |
|
172 |
agchel spruiten: achttal kinderen. |
|
172 |
ooilam: kostbaarste bezit. |
|
178 |
de Repetitor: iemand die met studenten de leerstof doorneemt om hen op een examen voor te bereiden. |
| |
| |
180 |
pro forma: voor de vorm. |
|
189 |
de Vergaderingen der Faculteit: het academisch bestuur kende destijds faculteitsvergaderingen, waaraan alle hoogleraren van de betreffende faculteit deelnamen en waarin kwesties op faculteitsniveau, zoals de verdeling van de examens, aan de orde kwamen. (Bijvoegsel tot het Staatsblad 1815, 1e stuk: Organiek Besluit van 2 augustus 1815, art. 262-264) |
|
190 |
terwijl over den Graad wordt gekeven: de beoordeling van de mate van bekwaamheid waarmee een student zijn proefschrift had verdedigd, was voorbehouden aan de academische senaat (de rector magnificus en de gewone hoogleraren van alle faculteiten). |
|
193 |
onbespeurde: niet opgemerkte (nieuwvorming). |
|
194 |
gesouspiede: met souspieds, dat wil zeggen met banden aan de broekspijpen die onder de schoen doorlopen; destijds een modieuze dracht. |
|
196-197 |
entomologisch kabinet: kast of ruimte, waarin zeldzame insecten worden bewaard en tentoongesteld. |
|
197 |
doorvliegen: bliksembezoek. |
|
198 |
Amicitia: de Leidse herensociëteit, opgericht in 1768, en destijds gevestigd in de Breestraat, wijk 4, nr. 217 (nu nr. 86). (Blok, ‘Amicitia’) |
|
198-199 |
de lijst der benoemingen in de Staatscourant: de Staatscourant is sinds 1814 de officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden, waarin behalve door de wet voorgeschreven officiële publicaties ook mededelingen van regeringswege, zoals benoemingen, zijn opgenomen. |
|
199 |
Democritische: naar de Griekse wijsgeer Democritus (vijfde eeuw v.Chr.), die wel werd voorgesteld als ‘lachende wijsgeer’, namelijk om de menselijke dwaasheid. |
|
206-207 |
Thesium defensionem: de verdediging der stellingen. Rechtenstudenten konden, in tegenstelling tot studenten van andere faculteiten, promoveren op losse stellingen. (Bijvoegsel tot het Staatsblad 1840: kb van 30 juni 1840, art. 3) |
|
210 |
bestaat hij niet: zie Ophelderingen, 155-162 en de daarbij behorende annotatie. |
|
211 |
inkruipsel: ingeslopen misbruik. |
| |
| |
211 |
noodwendig: noodzakelijk. |
|
222 |
fi donc! c'est du dernier mauvais goût: wel foei! dit is wel zeldzaam smakeloos. |
|
230 |
omspoelsel: vuil afwaswater. |
|
230 |
olla podrida: mengsel van groenten en vlees; vandaar: allegaartje. |
|
238-240 |
Alleen bij eene mogelijke tweede oplage, zou dit derde deel...waarschijnlijk vervallen: Bijloop is tijdens Kneppelhouts leven niet afzonderlijk herdrukt. Delen ervan verwerkte hij in de herdrukken van Typen en Leven, andere stukken zijn elders, buiten de Schetsen om, herdrukt en weer andere onderdelen zijn nooit in herdruk verschenen. |
|
245-246 |
den kloosterregel: bedoeld is het isolement, het afgesloten zijn van de maatschappij. |
|
|