mensen zijn snavel (5) daarom nu zegt hij tegen zijn schoonzoon, tegen awari (6) laat je man er een gaan schieten, mijn dochter, zegt hij (7) vervolgens gaat de awari op weg (8) op een [over het water] gebogen boom moet hij gaan poepen, zegt hij (9) de vissen moet hij vergiftigen, zegt zijn schoonvader (10) ja, zegt awari (11) awari gaat op weg (12) de boom en de kreek vindt hij, zo, op deze manier, poept de awari herhaaldelijk (13) in het water, de kreek in (14) de anjoemara [een grote zoetwatervis die vlees eet] komt, in dronkenschap (15) de anjoemara wordt geschoten ook (16) de awari heeft geen pijl (17) maar ja, met zijn hand en met zijn bek misschien pakt hij hem (18) e, hij poept herhaaldelijk, de awari (19) de anjoemaras komen, de grote (20) ah, de awari is op een anjoemara gevallen, plons (21) en wat nu??? hij is door de anjoemara opgeslokt, helemaal opgeslokt (22) het wordt nacht op die plaats (23) zijn vrouw verwacht hem [wacht op hem], wat voert awari toch uit, vriendin, zegt zijn vrouw [ma'e is hier de uitdrukking die een vrouw gebruikt als ze iets in zichzelf zegt] (24) vader, zegt ze, zoek je schoonzoon, zegt zijn vrouw tegen haar vader (25) op dat moment is awari door een reusachtige anjoemara opgeslokt (26) zijn schoonvader gaat kijken (27) hé, awari is er niet (28) enfin, dan ziet zijn schoonvader de vis (29) die heeft hem misschien ingeslikt, zegt hij (30) enfin, zijn schoonvader poept, hij is gekomen [anjoemara] (31) hij [de vis] is door hem [de schoonvader] geschoten (32) hij is door hem [uit het water] getild (32) hij is door hem weggebracht (33) hij is door hem opengesneden (34) hé, awari is in zijn buik (35) hij stinkt erg, awari (36) hij heeft hem naar ginds gebracht, naar huis, in een, eh, geïmproviseerde draagmand (37) hij stinkt (38) hij is door hem op gindse plaats neergezet, op het erf, om te drogen (39) vervolgens wandelt zijn vrouw om hem [awari] heen, op deze manier [Maliwayu wijst met zijn hand]
(40) hij stinkt verschrikkelijk (41) hij gaat bijna dood (42) hij is heel zwak (43) hmmm, zegt zijn vrouw, ze wandelt alsmaar in zijn stank (44) nou, zegt zijn vrouw, awari stinkt, vriendin, zegt ze (45) hmm, je stinkt zelf zegt hij tegen haar (46) zegt awari, als antwoord op de opmerking van zijn vrouw.