Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 257] [p. 257] CLXXII. In memoriam. Dàt was een lief mensch, dien wij nimmer zullen Terug-zien, stervende als hij is geweest Heel ver van wat hij lief-had, als een beest Gezeuld in 't eerlijk graf-zijn, dat met mullen Plof zacht viel op zijn trouwe hoofd, het rulle Zand, dat's der doode' allerlaatst aardsche feest. O 't dood-stil graf, dat nooit weet wat geweest Is 't arm mensch-lijf, dat kan zoo'n grafje vullen. O Vincent, die zijt altijd goed gebleven In 't arme leven dijn, krachtens 't zoet rijp Bloeien alóm op van uw bloem-zacht leven, Daar ùw weerld om u zei, o grijp maar, grijp, Waar gij niet kondt, daar gij niet woudt, o rijp, Zacht mensch, die kon niet aan dees aarde kleven. Vorige Volgende