Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 251] [p. 251] CLXVI. O het tranen-vergieten is geen zonde, Gepleegd aan 's werelds mooi somber voortglijden Zacht door den eindeloozen gang der tijden, O wie nog tranen, tranen vergieten kon de.... Hij zou de wreede, wreede wonde op wonde, Die dorsten menschjes in het hart te snijden Hem, die wilde allen in zich zelf verblijden, Heelen door tranen. Tranen Zijn Geen Zonde. Want wat zijn tranen, tranen als een teerheid, Hoog-heerlijk in zich zelf gebrokene emotie Als 't mannen-lijf niet langer kan hoog-trotsch zijn? O Laat ons allen vallen in devotie, Als Iets, wat grandiooslijk week ter-nêer-leit, Een mensch kan nooit maar wou toch wel een Rots zijn. Vorige Volgende