Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 244] [p. 244] CLIX. O Menschjes klein, 'k wou zoo graag bij u zijn, U krieblen, hand-schoen aan, aan viez' voet-teentjes Van uw vuil zelf, dat zelfs niet kunt uw scheentjes Wassche' in 't frissche morgen-water, - o gij, Licht van den vloer eens op uw zware beentjes En laat mij vroolijk eens zoo Hollandsch-vrij En blij eens met u rond-dansen. Neen, gij Leef' liever zelven allen op uw eentjes, Dan dat gij doorgaat met elkaar te knoeien Over wat dingetjes, die gij bedachtet, Die 't in-u-zelf-elkander-te-verfoeien, Maar te flikflooien, dacht het Mensch-op-Aard zijn, Gij, die u beurtlings tege' elkaar op wacht zet, Wàt, dunkt u, zou zóó'n leventje wel waard zijn? Vorige Volgende