Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] CXLVIII. Zie naar 't Hart Mijn, daar vlamt een helder vuurtje Niet voor mij-zelf, voor hen slechts die van staal Verschijnen durven in hoog-aardschen praal Vóór mij, die dan wel een verloren uurtje Hun wijden wil, - tot dat ze op eens brutaal Opstaande zeggen durven: 't was een kuurtje Geweest maar, heel plezierig voor een duurtje.... Maar Ik, Groot-meester van lief-Hollands taal Boven u allen, ik, mag niet gedogen 't Usurpatoren-plebs, dat steeds zich kronklend Om mijne voeten is geweest, met fonklend' Oogen, vol haats en nijds, geweest is, pogend Mij te verstikken, die als zwaar-trotsch man, Mij-zelf gemaakt heb tot wat Ik zijn kan. Vorige Volgende