Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 224] [p. 224] CXL. Onschuldig op des Levens golven deinen Laten moet elk zich, die 'n groot-machtig Schijnend En Zijnd waarachtiglijk wil zijn en schijnen Wil oppermachtiglijk voor zich en zijne In-zich-zelfs diepste Ziel-zelf. O Gij, mijne, Mijn eigen Ziel, laat u toch nooit verkwijnend Door andrer menschen schijnbre ziel, wegdeinend Op het fataal getij, uw hoog-schoon-reine, Door niemand, noch mij-zelf begreep'ne fijnheid Verdwijnen doen, o Ziel, mijn Ziel, die sterk staat, Ondanks uw mensch-zijn en uw eigen kleinheid, Die toch, trotsch op haar innerlijkste blijheid, Weet dat zij is in zich de reinste vrijheid, En dat haar Zijn op aard hoog als een Kerk staat. Vorige Volgende