Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 207] [p. 207] CXXIII. Zwak-burgerlijk en laf-lief levend Bussum, Dat zijt een speel-vertrek voor slechte kinderen, Daarheen verwezen, wijl zij dan niet hinderen Konden de echt-groote menschen. Zeg eens, lust je 'em, Dees donderende vuist? Doe maar of j' kust hem Met uw schijn-heilige gezicht, verslinderen Van al wat echt in menschborst is. Kom, sust je 'em, Uw toorn maar, kleinen toorn, die niets dan hinderen Kan aan uw eigen sufferige leventje Van zoetlijk-bedrijf'ge daagjes en slaperig Door-gezeurde avondjes, waar elk met gaperig Gebaar iets tracht te zeggen van zijn streventje, Dat niets was als een spelletje, o klein volkje, Dat ras verdwijnen zal als een ijl wolkje. Vorige Volgende