Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] LVII. Ik wil niet zeggen dat ik sterven zal Uit bittre droefenis om úw verscheiden, Ik wil mij liever in den dag verblijden Die is, niet denkend aan der dagen tal. En 'k haat de lieden, die, met leêg geschal, Zich zelven, lang vooraf, ten grave wijden, En toch den slag des Lots, bij 't vallen, lijden, En lachend leven durven ná den val: Mijn ziel werd door úw ziel uit nacht geheven In 't Licht, dat beiden tot één ziel versmolt, En mag nu hoog in úwen luister zweven. Zij valt, wanneer úw ziel u gaat begeven, Doch 't is haar één, of zij terugge-rolt In nacht des Doods of duistrer nacht van 't Leven Vorige Volgende