Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] XLVI. Al Liefde is als een spel van lucht en water: De wind blaast voort, de witte golven vlieden.... 't Is schóón, dat schittrend stoeien te bespieden, Maar iedereen, die meê wil doen, vergaat er. Ik deê 't zóóveel, niet wetend, hoeveel kwaad er 'k Meê deed Mij-zelf, en óók dien andren lieden, - Maar toch.... àl zielen, die mijn Ziel verrieden, 'k Heb ze vergeten voor Mij-zelf, wat later.... Omdat Ik: Ik ben. En Ik leerde Wijsheid, Diep-ware Wijsheid, die Ik hier ga schrijven, Ten nut van moeder, zoete-lief en vriend: Onthoudt het goed tot aan uw laatste grijsheid, Dit: dat die menschen áltijd ménschjes blijven, En dat geen ménschje een menschlijk Hart verdient. Vorige Volgende