Verzen(1894)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] XXXVI. Ik ben te veel een ménsch geweest, Een mensch, die gilde en klaagde en schreide, Die dronk zijn glas en vierde feest En díep-gevoelde dingen zeide. Nú ben 'k een delikaat artiest, Verliefde van zijn fantasieën, Maar die zich 't áller-liefst verliest In zijn kokette melancholieën.. Melancholie - om wie? om wat?... Ik weet niets meer, kan niets meer voelen Dan zoet gespeel met dit en dat Van rijmen, zachte, klare, koele. Vorige Volgende