Julia (onder ps. Guido)(1885)–Willem Kloos, Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende XVII. Mijn antwoord. Mijn lief, gij hebt gelijk: Ik heb aanschouwd, Wat zaligheid het hart van hèm doet beven, Die zich voor dit en voor het volgend leven Aan 't zoet bestier der Moederkerk vertrouwt: Nu zal ons langer niets, neen, niets meer scheiden, Ik kom tot u: zeg het uw vader aan, Dat ik straks aan 't altaar gereed zal staan, Mij eerst der Kerk en dan aan u te wijden. Vorige Volgende