Julia (onder ps. Guido)(1885)–Willem Kloos, Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] VIII. Vlammende gloed. Gij kunt vertellen wat ge wilt, Van avond zal 'k alles gelooven - Uw wang is zoo zacht en uw kussen zoo wild, Mijn hart is in vlam - ik kán het niet dooven. Straks slaan de vlammen om ons heen En ik lig in uw armen verloren - Ik hoor het slaan dier vlammen alleen, Wat ge fluistert zal ik niet hooren. Al ware uw stem als slangengesis, Als het sissen van sluipende slangen, 'k Zal denken dat het de knettering is Der vlammen, die ons omvangen. Want in dien éenen grooten gloed Heb ik geheel vergeten Al zin en ziel, al kwaad en goed, Die ik eens heb gezien en bezeten. Vorige Volgende