Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] XCIX Als menschen, die te nacht langs duistre baan Schuif-voetend traag hun sterke schreden richten Naar wat ze in verre verte vaag zien lichten... Het is iets anders als de lage maan.... Misschien is 't wel een huis, waar wachtend staan De ruime tafels, rijklijk-aangerichte, Die onder 't wicht der warme spijzen zwichten, Waar ieder mensch, die komt, kan zitten gaan... Zoo droomen ze, en verkorten zich den zwaren Weg, waar men tastend langzaam verder streeft, Maar haasten zich toch niet, want... als 't eens ware... Dat daar moeras-licht slechts op plassen zweeft...? O, menschen gaat het óók niet zóó in 't leven, Waar zelfs de vromen voor het doodsuur beven? Vorige Volgende