Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] XCIII God denkt niet, weet niet, ziet niet. Zelf-gepijnd, Wil Hij en werkt gestadig, om te koelen Het gloeiende versmachten, dat blijft woelen Diep-in Hem naar een daad, die overschijnt, In grootheid, al wat is: vast-klaar omlijnd Wil Zijn Bewustheid worden. Zijn diepst doelen Is om niet langer slechts Zichzelf te vóelen, Is om Zichzelf te zien, op 't heerlijk eind. God breidt zich eindloos, als de aleerste Dader Achter al ziele', en als 'k mij vroomlijk buk Neder voor U, mijn hemelsch, aardsch Geluk, Kom ik dus de' Oorsprong alles levens nader En 't eeuwge Raadsel, waar 'k weer in verdwijn, Als 's levens spel ten einde is, met zijn Schijn. Vorige Volgende