Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] LXXIV O, Lief! ik wil heel stil en innig zijn, Schoon ook de hartstocht met fier-krachtge slagen Komt, mijne ziel uit, in mijn bloed geslagen, En op en neêr-golft daar in breed gedein...! Want Gij ontneemt mij alle levenspijn En 'k voel mij, wijl mijn polsen heftig jagen, Gelijk een zaalge God, omhoog-gedragen Met U, die hoog-sterk mijn Godin wilt zijn...! O, 'k wou U nemen in mijn arm, zoo zacht, U aanzien lang met klare en opene oogen, En geven U, terwijl Gij heel stil lacht, Mijn ziel, in tonen uit mijn mond gevlogen... Totdat Gij, in bedwelming vreemd en teêr, Mij aan U druktet, niets verlangend meer... Vorige Volgende