Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] LXX Ik ben de Zoeker naar het Nooit-Behaalde, Ik ben de Strever naar het Ware Zijn, Ik ben de dronkene van 's Levens Wijn, Die wonderlijk-krachtig mijn spieren staalde, Wen ik, als onverschrokken duiker, daalde Tot in de krochten van het Diepste Zijn, Waar ik dan uit mee-bracht een luttel grein Waarheid, die, klaar gelijk juweelen, straalde: Laat mij dan maar in mijn vreemd-lijkend Zijn, Droevige om 't Zijnde en als edelsteen rein, Want, schoon mijn geest somtijds in 't zoeken faalde, En op verlokkende zij-wegen dwaalde, Zou toch mijn strijd niet de allerschoonste zijn, Daar ik staêg, worstlend verschopte allen Schijn? Vorige Volgende