Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] LXIV Is dan dit leven, waar we allen op wielen, Als ranke scheepjes op een woeste zee, Niets dan begoochling, en de eenige reê Op 't laatst de dood voor de ontredderde kielen? Lijven zijn wij, maar hebben wij ook zielen, Of is alles schijn maar, wat langs ons gleê, En gaat er geen heuchnis dier dingen meê, Als wij ten slotte weêr in de' Afgrond vielen? Den Afgrond des Doods, wie peilt hem? Onnoodig, - Als toch daarachter niets meer schuilt dan 't Niet! Waarlijk, dat maakt àl gepeins overbodig...! Maar heerlijk blijft steeds toch de Liefde en 't Lied! Houdt dan maar over 't Mysterie den mond dicht... Doen we als de vliegen, die dartlen in 't zonlicht...! Vorige Volgende