Honderd verzen en Okeanos(1909)–Willem Kloos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] L Een tegenstelling. I Ik ben een vogeltje, dat piept, Omdat het is geboren, En vluglijkjes weg van een takje, dat zwiept, Weer vliegt ver-heen, 'wijl 't ijlinkjes laat hooren Een toontje, fel-geboord door de nauw-bewogen lucht... O, o, wat een kluchtig, gelukkig gerucht, Door de kalme lucht, Is zoo'n vogeltje dat vlucht En nog even wat laat hooren. II Ik ben gestorven in 't late jaar: Ziet, hoe die traag-bewogen schaar Daar aan komt tijgen... De dorre blaadren op mijne baar Nog aarzlend zijgen... De winden zwijgen... Ik ben gestorven: 't is laat in 't jaar. Vorige Volgende