Gedichten(1792)–Joannes Petrus Kleyn, Antoinette Kleyn-Ockerse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Aan mijne Elize. Neen, Antoinette! wen ons de Sikkel dreigt, − Wanneer de Dood mij vroeger ten grave roept! Geen traan van wanhoop, geen vertwijff'líng Zal u mijne Eeuwige liefde ontvoeren. Ook mij, − wanneer u 't Vaderlijk woord gebiedt; Wen gij gehoorzaam mij op dien wenk verlaat! – Geen droom, neen! geen onzek're toekomst Zal mij uwe Eeuwige liefde ontvoeren! [pagina 50] [p. 50] Geen sterfbed scheidt ons! – Vrees der vernietiging Beangst geen leger, daar men den Hemel wagt! Wat is hier 't leven? Antoinette! Meer dan voor de aarde bemint mijn hart u! Gevoelt gij, Lieve! wat ons de Godsdienst geeft? Ziet ge ergends grenzen, die zij de liefde stelt? – O Ja! zoo waar, als God ons t' saambondt! Zullen we elkander bij Jezus weêrzien! – Vorige Volgende