strak aangehaalde kettingen aan de voor- en achterstevens der beide vaartuigen bevestigd was.
Aan den houten toren weder bevestigde hij sterke valbruggen, die zoo lang waren dat zij eenige elleboogslengten buiten de projectie der boorden van de beide vaartuigen uitstaken en, neergelaten, nog hooger waren dan de Nijltoren zelf.
De ruimte onder den houten toren werd tevens van een afdak van stevige planken voorzien, dat door het van onderen hooger of lager ondersteunen, terwijl het aan de bovenzijde van hengsels was voorzien, naar verkiezing vlakker of steiler kon gesteld worden.
Dat afdak moest dienen om hen, en dat was het meest oorspronkelijke in Meester Oliviers vinding, die, terwijl men van uit den houten toren den vijand van boven bestookte, ijverig arbeidden aan het doorboren van den torenmuur beneden, te dekken tegen alles waarmee de vijand hen trachtte af te weren.
Nadat de constructie van dit toestel door de aanvoerders goedgekeurd was, werd al het hout, voor zoover het blootstond aan het vuur der vijanden, geheel bekleed met versche runder- en kameelenhuiden om te beletten, dat het vuur vatte.
Waren de belegeraars ook al eenigszins ontmoedigd geworden door den ongunstigen uitslag van den eersten aanval op den toren, de degelijkheid der samenstelling van het nieuwe krijgsgevaarte bezielde hen met vol vertrouwen.
De wijze waarop het bemand werd strekte mede om dat vertrouwen te versterken. Want niet de eerste de beste die zich aanbood, werd tot deelneming aan