zenden, om goede kamers in een der beste logegementen te bestellen, en alles voor zijne aankomst in gereedheid te brengen.
Barend van poederen nam dus des anderdaags zijne reis met de schuit naar Amsterdam aan; zoo dra hij buiten de poort gekoomen was, riep de Schipper hem toe, dat 'er nog plaats in de roef was, het geen de onbereisde Secretaris, niet vermoedende, dat deze betere plaats, door meer geld te betaalen, verkregen werd, als een bewijs van vriendelijkheid van den Schipper beschouwde; hij stapte dus met veele buigingen en dankzeggingen binnen, en vond aldaar niemand anders tot zijn gezelschap, dan eene jonge Juffrouw, welke hem met veel bevalligheid groette.
Aan de verwondering welke barend liet blijken over alles wat hij zag, kon de Juffrouw, welke, zoo als wij nader zien zullen, meer gereisd had, en meer ondervinding in de waereld bezat, ligtelijk opmaaken, dat deze man een onkundig en onbereisd vreemdeling was, en besloot dus den langen tijd met hem te korten, waar toe zij mede niet weinig aangemoedigd werd, zoo dra zij bemerkte, dat haar reisgezel wel voorzien was van Hollandsche Ducaaten welke hij of uit hoogmoed, of uit ongewoonheid van zoo veel van dat edel metaal met zich om te voeren, elk oogenblik, en bij alle voorkoomende gelegenheden vertoonde.
Het koomt ons niet ongeschikt voor, eerst eene korte levensbeschrijving van deze jonge Juffrouw