La fleur verwaarloosde in Parijs zijn ambacht, en zwierden het meest in ontuchtige plaatsen om; zijne beminde had aldaar in een dier schandelijke wooningen drie der beste jaaren van haar jeugdig leven doorgebragt. Hier troffen zij elkander bij toeval aan, en zij behaagden malkanderen zoodanig, dat zij beslooten hunne lotgevallen te deelen. Zij vertrokken naar hun Vaderland te rug, en na eenigen tijd in Holland te hebben doorgebragt, begaven zij zich herwaarts.
Geerie schepsels konden in alle opzichten voor deze onschuldige landlieden schuldiger zijn; zij bedierven hunne braave eerbaare harten, zij vergiftigden hunne onschuldige vermaaken, en onbevlekte zeden. Zij bespotteden alles wat zij zeiden, wat zij gevoelden braaf en eerlijk te zijn, ook hunne kleeding, hun beroep hun slaafachtig werken, hun gebrek aan uitspanning, hun ingetoogen leven. Zij vleiden de; Grooten, en verachtten de armen, schoon zij zelfs arm waren; zij zwoeren voor geen mensch op aarde achting te voeden dan voor Edellieden, dewijl zij eenigen tijd in den dienst van een Edelman hadden doorgebragt, en bij zijn sterven van denzelven een klein legaat hadden ontfangen.
Dit gerucht verspreidde zich welhaast tot de ooren van den Baron van blankenheim, deze Franschman moest hem dus kappen zoo hij Hollandsch sprak, want de Baron had altoos een groot afkeer betoond om vreemde taalen te leeren.
La fleur werd dus op het Slot ontboden, de