- Bij lange niet! Ik kon haar met mijn pink rondom de kamer dragen!
- Maar......
- Maar, Dokus, zij is mijn allerliefste Grootje, en het deed mij zulk plezier van tijd tot tijd door haar geranseld te worden.
Wanneer ze dan hijgend ophield en vroeg: ‘Hebt ge nu genoeg, deugniet, rakker?’ en als ik dan antwoordde: ‘Neen, Grootje, ik zou gaarne nog eenige nepen en stompen hebben,’ zie, dan viel hare gramschap. En als ik dan heur grijs hoofd tusschen mijne twee handen pakte en haar op de gerimpelde wangen zoende dat het klonk, dan lachte zij mij zoo gelukkig tegen en noemde mij ‘haar schelm, haar deugniet, haar lieveling!’
- En zij is nu alleen?
- Ja, Dokus, alleen, gansch alleen van den morgen tot den avond, van den avond tot den morgen, zuchtte Jan met vochtige oogen. Maar zij zal niet lang alleen blijven, want ik heb haar beloofd terug te keeren als ik rijk ben, en ik geloof dat die gelukkige tijd er gauw zal zijn!
- Ik ben er zeker van, sprak Dokus, die een onbegrensd vertrouwen in het goed gesternte van zijn makker had.
- Hebt gij nog ouders, Dokus?
- Helaas, neen! Mijn vader is reeds lang dood, en mijne moeder is verleden jaar gestorven!
- Dus zijt ge alleen op de wereld! Welnu, ik zal u vrijkoopen. Vervolgens gaan wij ons te Antwerpen vestigen. Ik koop het huisje, dat wij daar bewonen, en gij blijft bij ons!
- Ja, Jan!
- En ge zult eens zien, kerel, hoe plezierig het er in 't Krabbenstraatje is. Wat zullen de jongens van de Kuiperstraat, van de Reepstraat en van het Hespenstraatje blij zijn als zij hunnen kapitein terugzien! Gij zult hun vriend worden! Voor het oogenblik komt het er op aan dat gij een flinke kerel wordt. En ik zal mijn best doen dat van u te maken!
- Aan goeden wil zal het mij niet ontbreken Jan!
- En aan gelegenheden evenmin, want die zullen wij zoeken.
- We hebben er al zeer aardige staaltjes van gehad, lachte Dokus.
- 't Kon er nog al door, meende Jan. Gij vriend, moet eerst en vooral leeren van niets en van niemand schrik te hebben, en altijd en in ieder geval vrij en vrank voor uwe meening uit te komen.