De zoon van Dik Trom
(1919)–C.J. Kieviet– Auteursrecht onbekendC.J. Kieviet, De zoon van Dik Trom. Met illustraties van J.C. Braakensiek. Valkhoff & Co., Amersfoort 1919 (9de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Stadsbibliotheek Haarlem, signatuur: OK Kie.z
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de 9de druk van De zoon van Dik Trom van C.J. Kieviet uit 1919. De illustraties zijn van de hand van J.C. Braakensiek. De eerste druk dateert uit 1907.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 208) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
De Zoon van Dik Trom
DOOR
C. JOH. KIEVIET
MET TEEKENINGEN VAN JOH. BRAAKENSIEK
negende druk
AMERSFOORT - VALKHOFF & Co.
[pagina 207]
INHOUD.
Eerste Hoofdstuk. Dik heeft een plan, en zijn vader vindt, dat hij een bizonder kind is, en dat is-ie | 3 |
Tweede Hoofdstuk. De belangrijkste dag uit het leven van Dik Trom | 7 |
Derde Hoofdstuk. Dik wordt vader, en vrouw Smul begraaft haar neus in een roomtaart | 16 |
Vierde Hoofdstuk. De eigenschappen van den kleinen Jan, en het geduldige busje van de orgelvrouw | 26 |
Vijfde Hoofdstuk. Jantje en de school | 35 |
Zesde Hoofdstuk. Jantje wordt jarig en krijgt mooie cadeaux | 53 |
Zevende Hoofdstuk. Hoe Jantje uit rijden ging en bij slot van rekening eene dwaze vertooning maakte | 72 |
Achtste Hoofdstuk. Jantje krijgt het met Flipsen te kwaad, en dankt aan zijn magere leden zijne redding uit een dreigend gevaar | 87 |
Negende Hoofdstuk. Jan omarmt den schoorsteenveger met groote innigheid | 108 |
Tiende Hoofdstuk. Hoe Flipsen zocht | 122 |
Elfde Hoofdstuk. De bestorming van het sneeuwkasteel en een heldendaad van Jan | 137 |
Twaalfde Hoofdstuk. Een goede daad, een vroolijke dag en een treurige morgen | 157 |
Dertiende Hoofdstuk. Hoe Jantje op een gelukkig idée kwam | 176 |
Veertiende Hoofdstuk. Besluit | 201 |