‘Kijk, - kijk, daag spgingt een kikkeg!’ riep zij Pim toe.
‘Waar?’ vroeg Pim.
‘Dáág! - Dáág spgingt-ie!’ riep Kim.
Ha, daar zag Pim hem, en dadelijk begon hij den springersbaas te achtervolgen, om hem te grijpen. Ja, 't was een geweldige springersbaas. Met één sprong wipte hij haast over een aardbeienbed heen, en 't bleek een moeilijk werkje, om hem te vangen. 't Was een groote, hoor, en hij zag er welgedaan uit. Hij blonk van welgedaanheid.
‘Pak hem, Pim, pak hem!’ riep Kim hem toe.
En Pim deed zijn uiterste best. Hij sprong even hard tusschen de aard- beiplanten rond als de kikvorsch, en kon hem nog niet krijgen, want het beest was veel vlugger dan hij. Maar toen kwam Kim hem te hulp, en lenig als zij was, kreeg zij hem spoedig te pakken. Ha, wat was het een groote; Kim kon hem haast niet vasthouden, zoo deed hij zijn best om te ontsnappen. Kim vond hem mooi; 't was een gele met zwarte vlekken op zijn rug.
‘Geef hier,’ zei Pim, ‘'t is mijn kikvorsch.’
‘Dáág,’zei Kim, terwijl zij he maan Pim gaf. ‘Daag hebjij mooien kikkeg.’
Pim stopte hem in zijn jaszak, maar nauwelijks had hij zijn hand teruggetrokken, of de kikvorsch richtte zich op en keek boven den rand van zijn zak uit.
‘Pas op, pas op, de kikkeg kguipt eg uit,’ riep Kim, die het zag.
Pim duwde hem vlug naar beneden, maar 't hielp niet; op 't volgende oogenblik werd de kop van het dier weer zichtbaar.
‘Ga weg! Ga weg!’ riep Pim, en hij duwde hem weer terug, tot opeens de kikvorsch zich met kracht ophief en bijna ontsnapte. Kim greep hem nog juist bijtijds bij zijn achterpoot.
‘Hieg heb je mijn zakdoek,’ zei ze, terwijl ze er een uit haar zak te voorschijn haalde. ‘Gol hem daagin, dan kan hij niet meeg weg.’
Kim had gewoonlijk wel twee of drie zakdoekjes bij zich, soms wel vier, want in eiken mantelzak had zij er een, en ook de beide zakjes van haar schortje waren er meestentijds van voorzien. Zij had een bepaald zwak voor zakdoekjes, en haar moeder vond het een onschuldig vermaak, dus ging zij er haar niet in tegen.
Pim rolde den grooten, glimmenden kikvorsch in den zakdoek en borg hem op.