Ja, 't was waar, helaas. Adam werd erg diefachtig. Telkens vloog hij met glinsterende steentjes door den tuin rond en hij speelde 't liefst met alles, wat blonk. Als hij ergens iets zag, dat mooi schitterde, nam hij het stilletjes weg.
Gelukkig, dat Kleine Olle het niet wist. Die zou er zeker bedroefd om geworden zijn.
Eens vloog Adam bij Juf de kamer in. Juf was niet binnen, en iemand anders was er ook niet. De naaimand stond open, en Adam zag er verscheidene dingen in, die hij erg mooi vond. De zonnestralen spiegelden zich in de zilveren schaar van Juf. Wat vond Adam dat prachtig. Hij vloog op de mand, en nam de schaar in zijn snavel. Hij probeerde om er meê weg te vliegen, maar dat ging niet. Als hij de schaar aan het eene einde optilde, bleef het andere einde zwaar in de mand hangen. Probeerde hij het aan den anderen kant, dan lukte het evenmin. Eindelijk pakte hij de schaar in het midden beet, maar toen kon hij haar in het geheel niet oplichten.
Hij vond het vreeselijk jammer, en zat het mooie voorwerp met een schuin kopje te bewonderen.
Plotseling zag hij iets anders, dat hij ook erg mooi vond. 't Was een stopnaald. Ha, die schitterde ook mooi. Vlug pakte hij haar tusschen den snavel en vloog er meê op de tafel. Maar in het oog van de naald zat een draad wol, ook erg mooi, en die draad was het einde van een kluwen.
Toen nu Adam met de naald op de tafel vloog, rolde het kluwen, dat in de mand bleef liggen, af, en hing een lange draad van de mand naar de tafel.
Dat beviel hem niet, want hij wilde met de naald naar buiten vliegen. Hij werd boos op het kluwen en gaf het nijdige pikken. Maar het kluwen gaf daar niets om. 't Schreeuwde niet eens, tot verbazing van Adam.
Hij wist zijn doel echter wel te bereiken. Hij nam de naald tusschen zijn snavel, pikte toen ook het kluwen op, en vloog zoo met het heele zaakje naar buiten. Met krachtige vleugelslagen hief hij zich omhoog, tot aan het dak, en daar vloog hij een klein venstertje binnen.... Zoo kwam hij in de slaapkamer van Lientje, het dienstmeisje. Haastig borg hij zoowel het kluwen als het garen diep onder haar ledikant.