‘Dit lijkt me wel redelijk’, bromde Shiva en hij verdween.
Vishnu haalde opgelucht adem. Nu was iedereen tevreden en kon hij met een gerust hart vertrekken.
‘Wacht! Ga nog niet weg, Vishnu!’
Het was de stem van zijn vrouw, de godin Laksmi.
‘Wat zou zij nu weer willen?’ vroeg Vishnu zich af.
‘Wacht! Waarom laat je die wrede koning drie dagen op aarde regeren? Koning Bali zal zeker zijn schade willen inhalen! Ik ben bang dat hij heel wat mensen zal laten onthoofden!’
‘Je hebt gelijk...’ zei Vishnu. ‘Maar heb je een beter idee?’
‘Wel, ik ben immers de godin van het licht, van schoonheid en van geluk? Laat koning Bali alleen daar op aarde regeren waar er geen licht is! Daar waar er geen dipávali - een rij lampjes - brandt. Daar waar huizen en erven slordig en vuil zijn... Laat koning Bali dáár regeren!’
‘Dat is best’, zei Vishnu. ‘Koning Bali mag drie dagen per jaar op aarde regeren, en wel vanaf de veertiende avond van de maand Asvin. Maar alleen daar waar er geen dipávali brandt en waar het vuil