rond het huis laat branden en ervoor zorgt dat alles schoon en netjes is, kan koning Bali niet op aarde regeren!’
Eindelijk brak de veertiende avond van de maand Asvin aan. Het leek wel alsof alle mensen feest vierden! Overal brandden lampjes: in en rond de huizen, op de erven en soms zelfs op de daken van de huizen! Het was één groot lichtfeest.
Koning Bali knarsetandde van woede in de onderwereld. Hij raasde en tierde. Overal waar hij keek, brandde licht en alle huizen en erven waren schoon.
Koning Bali moest in de onderwereld blijven.
Sedertdien vieren de mensen Divali.
Als de veertiende avond van Asvin aanbreekt, zijn alle huizen en erven grondig schoongemaakt. Nergens is er vuil of afval te zien. En overal branden diyá's - lampjes van gebakken klei - om koning Bali op afstand te houden.
Op deze avonden wordt er lekker gegeten. In alle huizen bidden de mensen om de grote god Vishnu