weigerde een bevel van de koning.
‘Trek het land in en praat met de mensen. Ondervraag ze over mijn avonturen en heldendaden. Je zal veel tijd en veel geld nodig hebben. Hier heb je honderdduizend gulden. Dit moet voldoende zijn voor drie maanden’, zei koning Akbar.
Birbal trok het land in. Hij reisde naar alle hoeken en streken. En overal waar hij kwam, liet hij wegen aanleggen, kanalen graven en bruggen bouwen. Toen de drie maanden verstreken waren, keerde Birbal terug naar de hoofdstad. Hij had een groot, zwaar boek bij zich. Er stond geen woord in geschreven.
‘Ik ben bijna klaar met het laatste hoofdstuk, Uwe Hoogheid’, zei Birbal aan de koning. ‘Ik moet nog één verhaal schrijven. Maar ik moet eerst de toestemming van de koningin hebben.’
‘Dat is goed. Maar je moet wel voortmaken! Ik ben erg benieuwd naar mijn Mahabharata’, zei koning Akbar.
Birbal ging naar de koningin en zei: ‘De koning heeft me bevolen om een Mahabharata over zijn leven te schrijven. Zoals u weet, werd de koningin uit de Mahabharata gevangen genomen door haar vijanden. U bent de heldin in mijn boek. Daarom is het noodzakelijk dat u hetzelfde overkomt als de koningin uit de Mahabharata.’
‘Ben ik écht de heldin in de nieuwe Mahabharata?’ vroeg de koningin. ‘En wat moet mij dan nog méér overkomen?’