sturen om te zien hoe Uw vader het maakt. Uw vader zou erg blij zijn.’
‘Hoe kan ik iemand naar de hemel sturen? Zo iemand zou eerst moeten sterven. En als hij gestorven is, kan hij niet meer terugkomen om me iets te vertellen. Ik vind jouw idee erg belachelijk’, zei de koning.
‘Misschien toch niet, Hoogheid’, zei de barbier. ‘Het is echt niet noodzakelijk om eerst te sterven. Ik ken een tovenaar in de stad die alle toverspreuken op aarde kent. Hij stuurt regelmatig boodschappers naar de hemel en ze komen levend terug. De tovenaar zal vereerd zijn om Uwe Hoogheid te helpen.’
Koning Akbar werd nieuwsgierig. Zou dit allemaal mogelijk zijn? Niemand wist iets over de hemel. En als nu hij, de koning, alles over de hemel af zou weten...
‘Als het waar is wat je zegt, zal ik meteen iemand naar mijn vader sturen!’ zei koning Akbar.
De barbier was verrukt! Zijn plannetje werkte!
‘Ik zal Uw koninklijke wens meteen laten uitvoeren. Er is echter een klein probleempje. We moeten de boodschapper met zorg kiezen. We hebben een wijze man nodig, die weet wat hij moet doen als hij daar aankomt.’
‘Aan wie had je gedacht?’ vroeg de koning.
‘Wie is er wijzer dan Birbal?’ vroeg de barbier.
‘Je hebt gelijk. Birbal moet de boodschapper zijn. Maar hoe komt hij in de hemel?’
‘Mijn vriend de tovenaar zal Birbal op de brandstapel leggen waar we onze doden cremeren. De tovenaar zal zijn toverspreuken opzeggen en het vuur aansteken.