Bij Merefeldia
Mijn oude voetbalclub Merefeldia in Nederweert bestaat zestig jaar. Hoewel ik al lang weg ben uit het dorp kreeg ik een uitnodiging voor de receptie. Dat ze zich mij daar nog herinneren, kan niet aan mijn spel gelegen hebben. Ik was wel heel snel. Zo snel dat als de bal kwam, ik meestal al weer weg was.
Als linksbuiten werd ik geacht hard met de bal langs de lijn te lopen en vervolgens een voorzet op maat te geven. Dat langs de lijn rennen ging nog wel, maar vervolgens gaf ik de bal overal behalve voor. Mijn traptechniek, een vrij essentieel onderdeel van het spel, was zwak ontwikkeld. Daar stond tegenover dat ik een formidabel spelinzicht had. Als journalist weet je altijd precies hoe het had gemoeten.
We waren al wat ouder toen we met cafévrienden competitie gingen spelen. Als jeugdspeler waren we allemaal mislukt. Dat geeft een band. En voor de tegenstander vooral rekverband. Onze hardheid was berucht. De afdeling orthopedie van het ziekenhuis in Weert volgde onze verrichtingen met levendige belangstelling.
Zelf ben ik nauwelijks geblesseerd geweest. Tegen de tijd dat zo'n veteraan het logge lijf horizontaal had gelegd voor een sliding, leed ik verderop balverlies.
Eén blessure herinner ik me nog met enige schaamte. Mijn vriendin kwam voor het eerst kijken. Monter en vol dadendrang kwam ik de kleedkamer uit gerend. Maar nog voordat ik op het veld was, verzwikte ik mijn enkel.
Bij die vriendin ben ik gebleven, bij Merefeldia niet. Zo is iedereen er beter van geworden.