Pieter stijgt
Je ziet in kranten soms zo'n rubriekje: wie is deze week in onze achting gestegen? Wie gedaald? Altijd leuk om te lezen. De verliezer van gisteren is de winnaar van vandaag en omgekeerd. Nergens zie je beter dat het leven slechts een vluchtig kaartspel is.
In een wereld van dagkoersen gebeurt het zelden dat iemand constant in je achting blijft stijgen. Bij mij is dat het geval met Pieter van Vollenhoven. Gisteren werd bekend dat hij op bezoek is geweest bij de ouders van Karst T., de man die op Koninginnedag dood en verderf zaaide. En daarmee ook de zeventigste verjaardag van Van Vollenhoven een zwarte rand gaf.
Geen gemakkelijk bezoek. Wat moet je zeggen? Verdriet heeft zijn eigen taal. Een taal waarin voor woorden een ondergeschikte rol is weggelegd. Het belangrijkste is dat je er bent, dat je speciaal naar Zevenaar komt om ouders te troosten die op gruwelijke wijze ontdekken dat hun zoon een vreemdeling was.
Koningen en prinsen verkeren graag in het zonlicht van winnaars en machthebbers; Van Vollenhoven huilt in de schaduw met kleine lieden van wie de dochter in het verkeerde vliegtuig zat, of de zoon de fatale trein net haalde.
Hij is van ver gekomen. Hij begon als blaaskaak en corpsbal. Als feestpianist leek hij Bernhard achterna te glippen in het fuifcircuit. Maar al gauw ging hij meer op Claus lijken. Een serieuze, hard werkende man die aandacht vroeg voor slachtoffers en het onderzoek naar rampen in Nederland professionaliseerde. De Leidse nepsteen bleek een heuse groeibriljant.