Ik blijf in de buurt
Reisgidsen verstoppen de brievenbus. In de donkerste dagen van het jaar houden we ons graag met de zomer bezig. Tegenwoordig kun je overal heen: China, India, Brazilië, Zuid-Afrika.
Een huismus ben ik nooit geweest, maar veel van de wereld heb ik nog niet gezien. Ik ben nooit in Afrika, Azië of Zuid-Amerika geweest. Jarenlang koesterde ik dit gemis als een verzameling karamels in een vastentrommeltje. Het vooruitzicht ooit nog eens rond die imponerende Incatempels te lopen, waarvan je de foto's al zo vaak hebt bekeken, gaf een gevoel van blijde verwachting. Al dat moois lag daar ginds op mij te wachten. Dat gevoel is weg. De drang naar de verte is verdwenen. Wie weet, misschien kom ik nog wel ooit aan de andere kant van de wereld, maar ik hoef niet meer zo nodig.
Laat ze maar rustig blakeren in de Mexicaanse zon, die verbazingwekkende tempels. Ik lees er wel een mooi boek over aan de keukentafel, glaasje wijn bij de hand. Dichtbij is ook ver genoeg. Ik houd het op Zuid-Frankrijk, Italië, Spanje. Dat is mijn culturele en mentale achtertuin. Daar liggen werelden die ik nog nauwelijks heb aangeraakt, laat staan doorgrond. Ook al had ik het eeuwige leven, dan nog zou ik tijd tekort komen om alle mediterrane edelstenen blinkend te poetsen. Ja, de wereld is een dorp, verre continenten liggen om de hoek. Maar laat mij maar een beetje rondhangen in de buurt.